Verslag van het YourCoach Café op donderdag 22 april 2021 met Veerle Lenaerts over ‘Verhoog je mentale veerkracht & ACTiveer jezelf’.
Veerle Lenaerts over ‘Verhoog je mentale veerkracht & ACTiveer jezelf’
ACT bestaat al sinds de jaren ’80, maar zit sinds een tiental jaar sterk in de lift als evidence based gedragstherapie. Het wordt tegenwoordig op grote schaal toegepast in therapie, coaching, topsport en het bedrijfsleven.
Binnen ACT wordt ervan uitgegaan dat je in je leven onvermijdelijk op allerlei hindernissen stuit. Denk hierbij aan vervelende gedachten of moeilijke emoties.
De afkorting ACT staat voor iets wat heel eenvoudig klinkt:
- Acceptance
Accepteer wat je niet kan veranderen - Commitment
Heb de moed om te veranderen wat je kan veranderen? - Training
Leer het verschil tussen beide zien.
Verrassend inzicht: ons brein is evolutionair gezien gemaakt om problemen op te lossen. Acceptatie is met andere woorden niet waar we van nature voor gemaakt zijn!
De ACT Hectaflex
De Hectaflex is een sleutelbegrip dat de 6 processen binnen ACT illustreert. Het start allemaal met acceptatie en bereidheid. Accepteren is iets wat we meestal niet leuk vinden, maar wat binnen ACT wel noodzakelijk is om een meer vervullend leven te leiden.
Contact met dit moment. Dit is vergelijkbaar met wat we kennen uit mindfulness training. We nemen hierbij afstand van verleden of toekomst en maken fysiek contact met het hier en nu.
Het stuk commitment binnen ACT gaat over ons toeleggen om dingen te veranderen die we kunnen veranderen. En daarvoor laten we ons best leiden door waarden, want die brengen ons naar een waardevol leven. We moeten dan wel toegewijde actie koppelen aan die waarden. In tegenstelling tot gedachten en gevoelens, die je niet altijd kan veranderen. ACT gaat ervan uit dat die er vaak gewoon zijn, terwijl we we wel controle hebben over onze acties.
ACT staat ook stil bij de Zelf-als context. We zijn vaak heel streng voor onszelf, en kunnen vaak maar in beperkte mate mild zijn voor onszelf. Dit gebrek aan mildheid kan ons in een harnas duwen dat eigenlijk nergens voor nodig is. Cognitieve Defusie leert ons hoe we afstand kunnen nemen van onze gedachten en gevoelens en om ze niet als waar aan te nemen.
Denk niet aan een roze auto!
Tijdens de workshop liet Veerle ons enkele oefeningen doen om aan te tonen hoe sterk onze gedachten kunnen zijn. Kijk daarvoor zeker eens naar de replay van de workshop.
Gedachten kunnen ons het gevoel geven dat ze een reële vertegenwoordiging van de werkelijkheid zijn, terwijl dit natuurlijk vaak niet zo is. We denken immers de hele dag door, met gemiddeld 60.000 gedachten per dag, waarvan is aangetoond dat ongeveer 75% van die gedachten negatief zijn.
Als we dan stilstaan bij het feit dat we vaak ons gedrag vaak afstemmen op die gedachten, die niet eens gebaseerd zijn op de werkelijkheid, kunnen we inzien hoe krachtig de invloed is die dit op ons leven heeft.
Dit is geen anomalie, dat was in een ver verleden net nuttig. Ons hoofd is graag bezig met de toekomst en het verleden om te kunnen voorspellen wat er in bepaalde omstandigheden gaat gebeuren.
Hoe kan je zo goed mogelijk onaangename ervaringen vermijden? Door constant je verleden te scannen voor patronen die een negatief gevolg in de toekomst zouden kunnen opleveren. Logisch toch? Als we deze logica doortrekken was het evolutionair ook beter om per definitie uit te gaan van het ergste.
Je kan namelijk 100 keer verwachten dat er een tijger in de bossen zit, en extra voorzichtig zijn. Je was misschien wel fout, want er was eigenlijk geen tijger, maar je overleefde het wel. In tegenstelling tot je nooit zorgen te maken over tijgers, maar dan vroeg of laat niet meer terug te komen van je wandeling. Negatieve verwachtingen en gedachten gaven evolutionair gezien dus meer kans op overleven, hoe raar dat ook klinkt. Vandaar dat we het met z’n allen constant doen, ook al lopen er geen tijgers meer rond.
Ons vergelijken met anderen is een normaal evolutionair proces
Ook sociaal gezien is ons brein “geprogrammeerd” om zich continu zorgen te maken. Bij de groep horen was vroeger van levensbelang, omdat je op je eentje niet kon overleven. Het is dus normaal dat we zeer gevoelig zijn aan wat mensen over ons denken. Onze gedachten zijn constant in de weer om een inschatting hoe we worden gezien door ‘de groep’, ook al is die groep tegenwoordig veel groter geworden. Om goed in te schatten of we al dan niet aanvaard worden door onze omgeving heeft ons brein geleerd onszelf constant te vergelijken met anderen. Misschien was dat ooit van levensbelang, maar tegenwoordig is het vooral vermoeiend!
Help, ik ben een banaan!
Je begint misschien al te begrijpen waarom volgens ACT gedachten aan de basis liggen van veel moeilijkheden. Gedachten zijn zo immers ook zo krachtig, en we hebben evolutionair een voorkeur voor het negatieve. Wat nu?
ACT wijst ons op het feit dat het eigenlijk niet nodig is om onze gedachten altijd zo ernstig te nemen. We nemen van nature onze gedachten voor waar aan, ze vormen onze werkelijkheid en zijn de motor achter ons gedrag. Maar we moeten niet per se altijd toegeven aan de neiging dat je met die gedachte ook direct iets moet doen. Want voor je het weet raak je verstrikt in een web van je eigen gedachten die dan ook verder bepalen waar je aandacht aan geeft en wat je doet.
Een kernbegrip uit ACT is: we zijn onze gedachten niet. In plaats van te denken ‘ik ben onzeker’ vervang die zin eens door ‘ik heb de gedachte dat ik onzeker ben’, en je voelt direct hoe je afstand kan scheppen tussen je gedachten.
Hoe neem je afstand van je gedachten?
Aan de hand van een oefening liet Veerle ons ervaren dat we gedachten niet altijd zo serieus moeten nemen. Want als jij je met heel je aandacht een minuut voorstelt dat je een banaan bent, ga je nog altijd niet geloven dat je eigenlijk echt een banaan bent. En toch, als er dan weer die gedachte is dat we onzeker zijn, nemen die we wél voor de absolute waarheid aan.
ACT toont ons dat we de grip die negatieve gedachten op ons heeft kunnen verzwakken door ze niet voor waar aan te nemen.