Een van mijn grootste thema’s is de eeuwige strijd tussen streven naar verwezenlijking en levensgenieten.
Metaforen en eeuwige delen
Al jaren zoek ik de perfecte balans om te genieten van mijn vrije tijd, en moeiteloos keihard door kunnen werken. En wat meer is: hoe vind je een werk dat niet als werk voelt, en vrije tijd die op een of andere manier bijdraagt aan je levensdoelen?
Nu is het vaak zodat ik me in mijn vrije tijd schuldig voel dat ik niet aan het werken ben, en dat ik tijdens het werk afgeleid ben en entertainment zoek. Het is een vicieuze cirkel waar planning maar gedeeltelijk aan helpt.
Dit jaar deed ik mijn Master van NLP bij Paul Liekens – een echte aanrader trouwens. Daarbij hoort ook een modeling. De titel was ‘Focus en engagement’. Daarmee wilde ik me beter leren focusen op het moment, op engagement met wat er nu is. Daarnaast wil ik ook mijn levensvisie voor ogen houden, en mijn beslissingen nemen met engagement voor het ‘grotere plan’. Daarmee zou ik ook meer gericht op werk wanneer ik werk, en op plezier wanneer ik vrij ben.
Deel van de modeling was een metafoor die ik schreef over twee delen in mij. Eén deel is een werker, rustig en klaar. Hij werkt zonder nood aan gevoelens of bevestiging. Hij beweegt altijd doelbewust, zonder onnodige franjes. De ander is de levensgenieter. Deze doet enkel dingen die lekker voelen. Als dat nuttig is, is dat mooi meegenomen maar zeker niet de bedoeling. Het zijn deze delen die er maar niet in slagen overeen te komen.
Ik eet bijvoorbeeld graag gezond, maar dan laat ik me net iets teveel eens gaan om echt consistent te zijn. Ik eet meer dan ik nodig heb. Of ik ga ‘s nachts te lang uit, drink die drie pinten teveel die eigenlijk niet meer nodig zijn, laat staan smaken. Of ik werk overdag te weinig, en dan ben ik ’s avonds geen goed gezelschap. Altijd die twee delen die met elkaar in de clinch liggen. Of dat dacht ik toch.
Nadat ik de metafoor geschreven had besloot ik een oefening te doen en deze twee delen eens met elkaar in gesprek te laten gaan. Dat deed ik met een spacial reframe, een krachtige en diepgaande NLP-interventie waar de twee delen letterlijk in een stoel tegenover elkaar geplaatst worden. Wat dan gebeurde had ik nooit verwacht…
De zuiverheid die ik voelde bij het eerste deel was ongelofelijk. Geen twijfel, geen noden. Niet dat het kil of onpersoonlijk is; al die dingen zijn gewoon niet nodig. Het is een zuiver deel dat zich enkel bezig houdt met een doel, of met het beschouwen van wat is. Sommigen zouden het dan een god noemen of zo, of de grotere zelf. Dat dacht ik ook even, tot ik met het tweede deel in contact kwam.
Het tweede deel is al even zuiver. Een pure levensgenieter. Die puurheid verschaft aan het genieten een eenvoud en duidelijkheid die het bij mij zelden heeft: de afwezigheid van schuldgevoel of schaamte, van spijt of lichamelijke aftakeling. Het is een deel dat zijn plezier najaagt ongeacht gevolgen – in zijn beleving zijn er namelijk geen gevolgen. Het leeft in het nu, een eeuwige staat van bevrediging najagen en krijgen. Als ik het zou volgen zou ik mezelf binnen de kortste keren kapot maken.
Terwijl ik de oefening deed overviel mij het inzicht: deze twee zijn geen deel van mij, ik ben deel van hen. Zij zijn de eeuwige tegenstelling die in mensen leeft, de zoete strijd die ons al altijd in haar ban houdt. Van kluizenaars tot casanova’s; van gedisciplineerde topsporters tot ontspoorde junkies; van mensen die omgaan met het midden tussen streven en loslaten.
Het is dus niet zo dat ik twee deeltjes in mijzelf moet leren in het gareel houden; ik moet twee oneindige krachten leren gebruiken in mijn voordeel. Je zou voor minder wat bescheiden worden 🙂 en bovendien gaf het me een enorm gevoel van verbondenheid met anderen: iedereen moet deze krachten leren balanceren, en doet dat net als ik naar goed vermogen.
Het is als het lopen op de grens tussen twee gebieden, waar je nooit helemaal in het ene of het andere deel kan gaan. Je kan balanceren, je kan doorslaan naar één kant. Als je dat laatste doet, heb je ook de weerslag van de andere kant. Zelfs een gezondheidsfreak verlangt er soms hevig naar om zich helemaal te laten gaan; zelfs een Bourgondiër ziet met spijt zijn platte buik verdwijnen. Iedereen gaat er op zijn manier mee om, en onze formule van hoeveel we van elk in ons leven laten is wat ons maakt wie we zijn.
Dit inzicht deed me plots ongelofelijk nietig voelen. Een klein mensje dat probeert krachten te temmen die oneindig veel groter zijn dan hemzelf. Een sterfelijk hompje vlees dat de zon probeert in te slikken. Een luciferdoosje dat de wereld wil opslokken.
Wat in strijd is zijn niet deze twee werelden, maar ikzelf. De twee werelden vormen samen één, en kunnen niet zonder elkaar. Noem het yin en yang of zo, er zijn honderden benamingen voor. Het is de manier waarop ik met die twee omga dat me strijd oplevert, en frustratie. Ik wilde de delen laten overeenkomen, zodat ze samen zouden werken voor mij. Nu zie ik dat het ik is die de twee moet leren balanceren. Beseffen dat zowel mijn verlangens als mijn capaciteit tot rust en klaarheid oneindig zijn, en hun tegenstelling een onontkoombaar feit.
Hoe kan ik daarmee omgaan?
- De invulling die ik geef aan die twee manieren van zijn afstemmen op elkaar. Dat wil zeggen, genieten zonder intoxicatie die me wegdrijft van klaarheid. Als je dronken bent, kan je niet een uur daarna in flow werken of mediteren. Zelfs als je teveel eet wordt het moeilijk me te focusen. Maar er toch voor zorgen dat er intens plezier is, want ik hou van genieten 🙂 Langs de kant van het werken, mijn gevoelens niet de overhand laten nemen en gewoon DOEN. Niet wachten tot het gevoel goed zit om te beginnen, maar beginnen en het gevoel laten volgen.
- Eenvoud. Het niet altijd zo ver gaan zoeken en moeilijk maken. Beseffen dat mijn hedonisme en natuurlijke staat van werklust in mij liggen, en dat ik al alles rond me heb om ze te bevredigen. Dat de plek waar ik op dat moment ben de best mogelijke plek is, en dat het aan mij is om dat zo te maken.
- Afleidende gedachten aanvaarden, en laten gaan. Er gewoon niet op ingaan!