Leer de essentie van kernkwadranten van Offman kennen: ontdek hoe je jouw kernkwaliteiten en valkuilen identificeert, en krijg inzicht in de dynamiek tussen jou en anderen.
Kernkwadranten
Wat zijn de Kernkwadranten van Ofman?
Waarom is die collega toch zo irritant?! En hoe doet jouw andere collega het om zich dat niet aan te trekken?
Kernkwadranten van Ofman zijn een schitterend model om de dynamiek tussen jou en anderen beter te begrijpen. Je exploreert de waarden en eigenschappen waar spanning op zit, en leert begrijpen wat de waarde is van andere manieren van zijn en doen.
Ze zijn een prachtige basis voor het aanpakken van conflicten, het verbeteren van relaties en om beter te verwoorden waar jouw krachten en groeipunten liggen.
Kernkwadranten in het kort
Wat zijn de 4 kernkwadranten? Het model bestaat uit 4 vakken, die visueel voorgesteld worden:
Kernkwaliteit → Valkuil
Irritatie → Uitdaging
Het afleggen van een kernkwadrant bestaat eruit dat de verschillende vakken in kaart gebracht worden. Vaak begint dat vanuit de irritatie, andere keren vanuit de kernkwaliteit of valkuil.
Er zijn allerlei richtingen en manieren om kernkwadranten in te vullen. Je kan het alleen doen, of in gesprek. Je kan willekeurig verspringen, diagonaal werken of lineair.
Het vaakst wordt er vertrokken vanuit de Irritatie, om dan door te draaien naar Kernkwaliteit – Valkuil – Uitdaging. De laatste stap is dan checken of de Uitdaging klopt met de Irritatie.
Kernkwadranten van Ofman – Mega Ingewikkeld?
En daar begint het… In de praktijk blijkt het afleggen van een kernkwadrant minder evident dan je zou denken.
Hoe vul je een kernkwadrant in?
Welke vragen stel je? ‘Wat is het positief tegenovergestelde van die Irritatie…?’, je coachee begrijpt het gewoon niet. Wanhopig begin je dan maar de vakjes uit te leggen, en de bedoeling van de oefening mee te geven. Maar dan verlies je ook het magische effect ervan.
Of mensen kunnen geen woorden bedenken.
Iemand die behulpzaam is, vindt bijvoorbeeld niet dat daar een valkuil aan vasthangt.
Of iemand die bedriegers haat, kan niet bedenken welke positieve eigenschap dan ontbreekt bij de ander.
Of de woorden die ze geven kloppen niet.
Sommigen lossen dat op door met vaste lijstjes te werken, zoals deze:
Kwaliteit | Valkuil | Uitdaging | Allergie |
---|---|---|---|
Daadkracht | Drammerigheid | Geduld | Passiviteit |
Behulpzaamheid | Bemoeizucht | Zelfstandigheid | Afstandelijkheid |
Relativeringsvermogen | Lichtzinnigheid | Serieus zijn | Zwaarmoedigheid |
Dan moet je dus met een lijstje naast je, eigenlijk de ander vertellen wat hun uitdaging is. Wat dan weer leidt tot semantische discussies. En wat als het woord niet in de lijst staat…?
Dan krijg je het eindelijk rond en dan zit de ander daar: ‘Ah ja, interessant, en wat moet ik daar nu mee?’ of ‘Ik zal dan proberen wat meer van mijn uitdaging (vul in) te doen.’
Of zijn kernkwadranten eigenlijk super eenvoudig?
Op het eerste zicht lijken kernkwadranten wel complex. Die 4 woorden, en ze op elkaar afstemmen en zorgen dat ze kloppen…
Maar hier is het geheim: waar kernkwadranten (en andere werkvormen) moeilijk gaan, zit vaak belangrijke informatie over de coachee. Wat toont de ander hiermee? Wat is hier typisch die persoon aan?
Op basis hiervan kan je het afleggen vereenvoudigen, en ervoor zorgen dat ze heel krachtig werken. Dat is iets dat weinigen weten en goed toepassen.
“De magie van de kernkwadranten zit in het moment dat ze stroef lopen.”
– Benjamin Ball
Kernkwadranten Tip 1 – Lijftaal
Kernkwadranten werken beter wanneer mensen zich verbonden voelen met de woorden die erin komen. Anders blijft het vaak een nogal abstracte denkoefening. Werken met vaste lijstjes klopt taalkundig misschien wel, maar niet noodzakelijk met de beleving van degene waarover het gaat. Het is niet omdat de woorden mentaal kloppen, dat ze fysiek binnenkomen.
Kernkwadranten beginnen te werken wanneer mensen hun eigen belevingswoorden mogen gebruiken, zelfs als ze logisch gezien niet helemaal kloppen (daarover hieronder meer). Wat telt is dat je coachee de betekenis van die worden lijfelijk kan voelen, ermee kan verbinden. Daarbij horen andere vragen, die je kan leren in onze online opleiding Coachen met Kernkwadranten.
Nog een tip is dat wanneer mensen geen woorden kunnen bedenken, dat ook iets over hen zegt. Wie moet je zijn om geen woord te kennen voor de negatieve, overdreven versie van jouw kwaliteit ‘behulpzaam’? Schuilt daar misschien een blinde vlek…?
Kernkwadranten Tip 2 – Haal de kronkels eruit
De reden dat nogal wat kernkwadranten vastlopen of niet kloppen, ligt aan bepaalde vaste kronkels die er regelmatig insluipen. Kleine logische denkfoutjes die je er gemakkelijk kan uithalen eens je weet waarop te letten.
Een eerste zijn Lijnen. Elk woord heeft meerdere betekenissen. In de overgang van één vakje naar het volgende, wordt de betekenis van het eerste woord niet altijd meegenomen.
Bijvoorbeeld: De irritatie is passief, wat kan gaan over rustig zijn, of afwachtend zijn. De kernkwaliteit wordt initiatief, en de valkuil is plots hyperkinetisch. De verschillende lijnen van passief spelen door elkaar.
Een tweede is Resultaat. Soms wordt in plaats van een eigenschap, een gevolg van een eigenschap gegeven. Zo heeft iemand met kernkwaliteit daadkracht, en als valkuil zegt hij ‘Geïsoleerd’. Dat is niet de negatief overdreven versie van daadkracht, maar die persoon ervaart wel dat hij geïsoleerd raakt wanneer hij té daadkrachtig doet. Welke eigenschap leidt dan tot dat geïsoleerd raken? Drammerig zijn bijvoorbeeld, of ongeduldig.
Kernkwadranten Tip 3 – Laat de hokjes achter
Het doen passen van de eigenschappen in die verschillende vakjes loopt vaak ook stroef. Dit terwijl een kernkwadrant eigenlijk een verkapte polariteit is. Aan beide kanten van het spectrum staan neutrale woorden, dit zijn de kernkwaliteiten en de uitdagingen (die kernkwaliteiten zijn van de ander). Bijvoorbeeld, afwachtend en daadkrachtig.
De irritatie en valkuil komen overeen met extreme positie in dat spectrum. Heel ver naar links of rechts dus, ver van het evenwicht waarin beide beschikbaar zijn.
Eigenlijk zijn er nog allerlei andere woorden die in dat spectrum passen, die overeen komen met een bepaalde gradatie van die polariteit.
Dus in plaats van in hokjes te denken, kan je er een glijdende schaal van maken, waarin de coachee ook gemakkelijker kan bewegen. Hoe kan je iets meer in de andere richting evolueren? En waar heb je dan minder van?
Kernkwadranten Tip 4 – De groei schuilt in de Irritatie
Vaak wordt op het einde van een kernkwadrant de nadruk gelegd op de Uitdaging. Jouw irritatie is ‘rigide mensen’, je kernkwaliteit is ‘flexibel zijn’ en je uitdaging ‘vasthouden aan je standpunt’. Dus zegt de coach: ‘Probeer eens wat meer vast te houden aan je standpunt.’ of ‘Probeer eens die irritatie wat te relativeren.’
Dat is allemaal gemakkelijk gezegd en je bent het ermee eens, maar hoe begin je eraan? Meestal weten mensen dat eigenlijk wel, maar… er ontbreekt iets.
De sleutel zit in de Irritatie. We willen gerust meer vasthouden aan ons standpunt, maar niet tot het punt dat we zelf irritant rigide worden! Of dat we die irritatie OK vinden. En het ding is, vaak ligt onze grens vanaf waar wij vinden dat we rigide worden, heel dichtbij.
Onder de moeite die we hebben met de Uitdaging zit dus een angst om Irritant te zijn. Beweging komt wanneer we onszelf toestemming geven om een bepaalde eigenschap toe te laten.
‘Wat als je af en toe een klein beetje meer (rigide) was?’
Dit en meer leer je in onze online opleiding ‘Coachen met Kernkwadranten’.