Verslag van het YourCoach Café op donderdag 20 mei 2021 met Filip Raes over ‘Weg van piekeren’.
Filip Raes over ‘Weg van piekeren’
Op 20 mei ontvingen we Filip Raes voor een workshop over piekeren. Iedereen piekert soms, en dat is op zich niet erg. Maar bij sommige mensen kan piekeren echt een probleem vormen. En vreemd genoeg zijn het soms de hardnekkigste piekeraars die van zichzelf niet eens doorhebben dat ze piekeren.
Tijdens deze YourCoach Café zagen we hoe moeilijk het kan zijn om piekergedrag te doorbreken, maar ook dat er een uitweg bestaat als we er anders leren mee omgaan.
Bekijk de integrale opname van YourCoach Café met Filip Raes onderaan
Piekeren maakt ziek
Wanneer beginnen mensen te piekeren? Biologisch gezien piekeren we wanneer we gevaar detecteren, een probleem zien of met een vervelend gevoel zitten. Kortom, als er iets is dat we opgelost willen zien.
Eigenlijk komt dat erop neer dat een situatie onzeker of onvoorspelbaar is en onze hersenen alarm slaan. De corona-pandemie is een goed voorbeeld. Dat was zeker bij aanvang een bijzonder onvoorspelbare situatie die we niet konden inschatten. Als we de boel niet onder controle hebben, voelen we angst en stress. Dat zit helaas in onze natuur.
Op zich zijn stress en angst functioneel. Als er iets bedreigends gebeurt, reageert ons lichaam daarop. Je hartslag, je ademhaling en je hormoonhuishouding gaan allemaal aan het werk om die stressfactor aan te pakken.
Het probleem ontstaat wanneer die lichamelijke stressreacties te lang doorgaan, omdat ze dan schadelijk worden voor je lichaam.
Piekeren is nadenken over vervelende dingen die achter- of voor ons liggen. ‘Wat als dat zou gebeuren, had ik toen niet beter zus en zo’… Door te piekeren houd je eigenlijk dingen vast die een mogelijke bedreiging vormden of kunnen vormen.
Die stressreactie blijft in je lichaam doorlopen, waardoor piekeren uiteindelijk schadelijk wordt. De stresssystemen die bedoeld zijn om je snel klaar te stomen om een bepaald probleem aan te pakken, worden constant.
Eens een piekeraar, altijd een piekeraar?
Waar komt piekergedrag vandaan? Je kan zeggen dat de helft van je piekergehalte aangeboren is. Je hebt het mee in je genen. De andere helft wordt bepaald door wat je meemaakt in je leven. Filip noemt dit de stress-kwetsbaarheid interactie.
In die tweede helft kunnen we nog twee belangrijke oorzaken onderscheiden. Enerzijds is er het gezin waarin je opgroeit. Als je als kind je ouders de hele tijd luidop hoort piekeren, ‘Kijk maar uit voor dit, pas toch op voor dat…’ ga je dat internaliseren. Anderzijds zijn er de dingen die je meemaakt in je leven, ook op latere leeftijd. Hoe meer ellende je meemaakt, hoe meer je gaat piekeren. Dat kan gaan van gewoon vervelende ervaringen tot echte trauma’s.
Het wordt spannend als je op beide vlakken niet goed scoort: een genetische piekeraar die veel ellende meemaakt. Lastig! Omgekeerd geldt dat hoe minder je piekert, hoe weerbaarder je van nature bent waardoor je meer ellende en stress kan verdragen.
In onderstaand overzicht kan je zien welke rol piekeren speelt in een proces dat kan leiden tot chronische stress, depressie, of andere klachten.
Een beetje piekeren kan geen kwaad.
Een argument dat mensen soms maken is: ‘Af en toe moet je toch ook nadenken over dingen’, en dat klopt uiteraard. Piekeren is een vorm van nadenken, en heeft effectief een functie. Een beetje piekeren kan geen kwaad. Het zijn de piekeraars die ervoor zorgen dat dingen niet in het honderd lopen en dat taken of afspraken niet vergeten worden.
Het gaat er dus ook niet om te proberen elke piekergedachte uit je hoofd te bannen, maar wel om strategieën te ontwikkelen die overmatig piekergedrag aan banden leggen.
Je kan het ook niet volledig veranderen. Een piekeraar zal in bepaalde stressvolle situaties altijd weer als eerste reactie beginnen piekeren. Eens hij zich daarvan bewust is, komt er ruimte voor een andere reactie in tweede instantie.
Wanneer is piekeren teveel?
Wanneer wordt een probleem echt een probleem? Hoewel iedereen dat voor zichzelf moet uitmaken, komt het erop neer dat piekeren teveel wordt wanneer je merkt dat je vastloopt en dat je functioneren eronder leidt. Bijvoorbeeld, als je merkt dat je thuis de zaken niet meer op orde krijgt of wanneer je job of hobby’s eronder leiden. Is dit het geval, dan is piekeren echt een probleem en kan je best bijsturen of professionele hulp zoeken (bij een van onze coaches bijvoorbeeld).
Wat is het verschil tussen piekeren en nadenken?
Beeld je even de volgende situatie in.
Je moet naar een belangrijk sollicitatiegesprek. Het is je droomjob en je wil er echt voor gaan. Je stapt in je wagen om te vertrekken, maar die start niet.
Persoon A zal in deze situatie misschien hard beginnen vloeken, op het stuur slaan en denken: ‘Waarom moet mij dit nu weer overkomen?’. Dat zet misschien een hele reeks gedachten in gang: ‘Dit is me al zo vaak overkomen, ik had gisteren even naar de wagen moeten komen om te testen of hij wel zou starten’. Of ‘ik ga de job niet krijgen, wat zullen mijn ouders denken, wat zal mijn partner denken…’
Herkenbaar? Wel, dat soort piekergedachten kan in een mum van tijd je gemoed helemaal onderuithalen en je verder en verder van de situatie verwijderen waarin je actief een oplossing kan zoeken en actie onderneemt.
Dit is de vorm van piekergedachten:
‘Wat als…’
‘Ik had beter…’
‘Waarom heb ik niet…’
‘Waarom gebeurt… ‘
Enzovoort.
Eigenlijk zijn piekergedachten abstracte, weinig concrete gedachten. En ze zijn bovendien heel hardnekkig, alsof het een automatisme of verslaving is. Piekergedachten geven ons op die manier en vals gevoel van controle.
In bovenstaande situatie zal persoon B ook even vloeken, maar ook sneller denken hoe hij nu op zijn jobinterview zal raken. ‘Wat kan ik doen, wie kan ik bellen?’ Terwijl hij naar de buurman stapt om hulp te vragen of eventueel de auto te lenen, belt hij ook direct de HR-afdeling met de boodschap dat hij later zal zijn.
Dit is natuurlijk een wereld van verschil: persoon B is veel meer hands-on, proactief, oplossingsgericht. Hij denkt: ‘Hoe kan ik hier en nu dit probleem concreet oplossen?’
Om piekeren te stoppen, moet je het eerst opmerken
Om met piekeren te kunnen omgaan, moeten we het herkennen wanneer het gebeurt. Dat klinkt eenvoudig, maar in realiteit hebben vaak zelfs de ergste piekeraars niet door dat ze piekeren.
Piekeren is:
1. Keer op keer (repetitief) nadenken over iets negatief.
2. Je krijgt de gedachten moeilijk onder controle of stopgezet.
3. Je komt niet echt dichter bij een oplossing. (Waarom, wat als…)
Het abstracte karakter van piekeren zorgt ervoor dat je niet dichter bij een oplossing komt. Piekeren is niet alleen een fysiologisch probleem dat invloed heeft op je hormonen en je stressreactie, piekeren zorgt er ook voor dat je ‘bij de pakken blijft zitten’ of minder snel een oplossing zoekt. Piekeraars horen het niet graag, maar piekeren is eigenlijk een vorm van (onbewust) vermijden.
Tip 1. Het piekerkwartiertje
Wat voor sommige mensen helpt, is om tegen zichzelf te zeggen dat ze het piekeren zullen uitstellen tot een later tijdstip. Bijvoorbeeld, tussen 16u45 en 17u mag je ergens gaan zitten (liefst niet op de meest comfortabele plaats in huis) en mag je je volledig uitleven met piekeren. Je laat in dat kwartier al je opgekropte piekergedachten de vrije loop om ze daarna achter te laten.
Het permanent stoppen met piekeren lukt niet, maar het een afgebakende plaats geven misschien wel. Die afspraak die je met jezelf maakt kan helpen om het piekeren tijdens de dag te vermijden. ‘Nu even niet, maar straks mag ik piekeren’.
Tip 2. Ga niet in gevecht met piekeren
Piekeren uit je leven proberen bannen is bij voorbaat gedoemd om te mislukken, met frustratie tot gevolg. Om beter met piekeren om te gaan is het essentieel om een andere houding aan te nemen . Allereerst moeten we het leren opmerken en herkennen. Ten tweede is het belangrijk om het piekeren niet te zien als een groot probleem dat we moeten verslaan, want daarmee maken we het enkel groter.
We leren beter een houding van mildheid aan te nemen. Zoals in mindfulness kijken we er met een zeker mededogen naar: “daar is het gepieker weer, het is een deel van mij, het is iets wat heel veel mensen ervaren, ook al is het niet de beste manier om met de dingen om te gaan” enzovoort.
Deze nieuwe houding t.o.v. piekeren aanleren zal tijd kosten. Het is immers vaak allang deel van je gewoontes en patronen. Stel jezelf dus geen onrealistische doelen.
Tip 3. Kan je anders reageren?
Wanneer je het piekeren opmerkt en het kan laten voor wat het is, kan er ook plaats vrijkomen om te kijken of je anders kan reageren in bepaalde onprettige situaties.
Op het moment dat je in een ‘kruispuntsituatie’ komt kan je dan twee dingen doen. Je kan erover beginnen piekeren, of je kan beslissen om het piekeren op de achtergrond te laten doorgaan terwijl je actie onderneemt.
Zie het als een experiment. Omgaan met piekeren is vaak dingen proberen en kijken wat de effecten zijn op korte en op lange termijn.