Mensen komen pas in actie wanneer ze de verandering kunnen vóélen. Wanneer het lijf niet mee is, komt er zelden concrete actie.
Coach je klant in beweging – Tips om te beginnen met creatief-fysieke werkvormen
Veel coaching vertrekt vanuit het mentale: weten hoe het zit en wat er moet gebeuren.
Je exploreert het verhaal, je laat je klant de situatie analyseren en besluiten trekken. Je stelt actieplannen op, spreekt acties af en installeert opvolging. Om dan te hopen dat je klant tot concrete actie overgaat en blijft gaan. Dat werkt soms, maar heel vaak ook niet. Waarom niet…?
Mensen komen pas in actie wanneer ze de verandering en de stappen kunnen vóélen. Wanneer het lijf niet mee is, komt er zelden concrete actie. Of er komen wat geforceerde stappen, maar daarna valt het weer stil.
‘Spreek lijftaal’ zeg ik vaak in mijn opleiding Creatief Fysiek Coachen. Want het zintuiglijke (visueel, auditief, lijfelijk…) is eigenlijk de taal van de programmering in ons onbewuste.
Bij woorden moet er een hele vertaalslag gebeuren: wat iemand zintuiglijk ervaart, moet worden omgezet naar een coherente boodschap en er gaat dan nog eens van alles verloren door weglatingen, vervormingen en veralgemeningen. Het werken met fysieke werkvormen is veel rechtstreekser in de zin dat het een rechtstreeks kanaal opent naar onze onderliggende programmering.
De grote kracht van dat soort werk is niet alleen dat je klant zijn verhaal dieper en krachtiger ervaart. Je werkt rechtstreeks aan de broncode.
Het verhaal van je klant is als de User Interface van een apparaat: je krijgt een beperkt aantal functies ter beschikking, maar die omvatten zeker niet alle opties. De onderliggende broncode en hardware bieden zoveel meer mogelijkheden. Als je daar toegang tot krijgt, kun je het volledige potentieel van het apparaat benutten.
Creatief Fysiek Coachen – Haal je klant uit z’n hoofd
Je hoeft er geen rituelen voor uit te voeren, een jarenlange training te volgen of een bepaalde spirituele persoonlijkheid voor te hebben. Het is aangeboren wijsheid van het lichaam, die werkt voor iedereen.
Ik zou iemand van straat kunnen plukken, hem tussen twee stoelen laten staan en vragen:
‘Waar sta jij tussen deze twee stoelen, waarvan de ene ik is, en de andere de ander?’ En het zou lukken.
Net zoals we weten wanneer iemand te dicht bij ons staat, wanneer het werk ons te veel wordt, wanneer iemand aan het liegen is, hoeveel we van iemand houden – we weten het zonder te weten wat we precies weten, en hoe we dat weten. We weten dat het voor ons klopt.
Vergeet inzichten, breng je klant in beweging
De basishouding om eerder het lijf dan het hoofd te laten spreken, is die van: ‘Toon mij …’, niet die van: ‘Vertel mij …’ Je vraagt dus dat je klant iets fysiek neerzet, iets dat er werkelijk is, eerder dan dat jouw klant jou vertelt wat hij denkt dat er is.
Ik heb de gewoonte om hier niet te veel blabla toe te laten. Wanneer iemand iets toont, hoeft die daar geen uitleg bij te geven. Anders zitten we weer in de inhoud, terwijl ik net de klant uit zijn verhaal wil halen en hem wil laten verbinden met iets dat hij niet met zijn hoofd kan sturen.
Ik wil de vorm van zijn innerlijke programmering zien. In plaats van met uitleg, werk ik hier met observaties en hoe de klant die ervaart.
Waar gedachten in ons hoofd blijven draaien, onafgewerkt en telkens weer uit onze greep glippend, is een fysieke werkvorm hier en nu aanwezig. Je kunt er niet meer omheen.
Hoe creëer je krachtige werkvormen?
De bedoeling is een werkvorm te creëren die aansluit bij de beleving van je klant. Je brengt er de innerlijke programmering van je klant mee naar buiten. Daardoor wordt die tastbaar, helder en bewerkbaar.
Elke werkvorm is gebaseerd op een concept. Een onderliggend idee van hoe de innerlijke wereld gestructureerd is.
- Als je gelooft dat durf een tegenhanger is van angst, zet je ze misschien wel tegenover elkaar als twee polen.
- Als je gelooft dat durf eerder een karaktertrek is van bepaalde persoonlijkheidstypes, dan positioneer je je klant in een persoonlijkheidsmodel en kijk je hoe ver hij van het durvende type afstaat.
- Als je gelooft dat durf te maken heeft met heldere en haalbare doelen, dan laat je je klant doelen en tussenstappen formuleren.
Concepten zijn ideeën. Om ze fysiek te maken, heb je een materiaal nodig.
Zo kun je de polariteit durf-angst in de ruimte zetten door stoelen ten opzichte van elkaar te plaatsen. Of door een lijn op een blad te tekenen, met de twee woorden aan twee uiteinden van het blad.
Het persoonlijkheidsmodel van durf kun je in de ruimte leggen, waarna je je je klant laat staan waar hij zichzelf nu zou positioneren (of waar hij zou willen staan).
Of je laat hem een LEGO®-figuur van elk persoonlijkheidstype maken, waarna je onderzoekt wat hij gebouwd heeft en wat dat betekent.
Voor het doel en de tussenstappen kun je foto’s laten kiezen. Of je laat je klant letterlijk elke tussenstap in de ruimte zetten, terwijl je hem die zintuiglijk laat ervaren. Je hebt dus ongelofelijk veel mogelijkheden!
Hier zijn ter inspiratie nog een aantal mogelijke fysieke werkvormen, die concept en materiaal combineren:
- Teken of kies een foto voor jezelf, voor NU en LATER.
- Schrijf je oude overtuiging in het groot op. Herschrijf ze (of niet) en onderteken het blad, als een officiële afspraak met jezelf.
- Geef je grens aan door een touw rond je op de grond te leggen.
- Toon de obstakels met stoelen tussen jou en je doel.
- Draag een hoop boeken (als last) en voel aan welk gewicht voor jou draaglijk is.
- Verdeel water over glazen en duid daarmee jouw tijds-/energieverdeling. Hoe steekt die nu in elkaar, hoe kan ze beter?
- Bouw je bedrijf met LEGO®-blokjes.
- Houd vier ballen tegelijk in de lucht.
- Gooi stiften op de grond om chaos of piekeren te ervaren. Wat doe je daar nu mee?
Eens je je werkvorm hebt, doe je in feite hetzelfde als je deed met het verhaal van je klant. Je exploreert, observeert patronen en deelt ze, je zoekt naar opties en alternatieven, naar een betekenisvolle beweging. Alleen doe je dat nu in de vorm (‘Hoe is het om die stoel daar zo te zien staan?’) in plaats van in de inhoud (‘Hoe is het om in je situatie niet verder te kunnen of durven gaan door financiële overwegingen?’).